13 oktober
Door: edith
Blijf op de hoogte en volg Fred en Edith
21 Oktober 2013 | Indonesië, Jogjakarta
We nemen afscheid van het geweldige hotel met het ongekend uitgebreide ontbijtbuffet. Dit kan door geen enkel hotel overtroffen worden is de inschatting. We rijden door Medan naar de Marokaanse Moskee waar een dame in een rode japon staat te wachten. Omdat Fred blote benen heeft moet hij een sarong aan. Wat staat hem dat goed. We kijken rond en dan beseffen we dat hier iets staat te gebeuren. Er zal een huwelijksceremonie plaatsvinden. We blijven een beetje afzijdig staan om de vele fotografen niet in de weg te staan. De bruid komt met haar gevolg van uitsluitend vrouwen de moskee binnen en gaan allemaal op de grond zitten. Vervolgens komt de bruidegom binnen met zijn gevolg van alleen mannen en gaan aan de zijkant op de grond zitten. Er wordt naar ons gekeken en gewenkt. Het zal toch niet waar zijn dat wij in ons vakantiekloffie tussen al deze mooie mensen met prachtige kleding in de schitterendste kleuren moeten gaan zitten. Ja hoor, we sluiten achteraan aan op zekere afstand van het gezelschap. Er worden foto´s van ons gemaakt. Wij zijn hier de bezienswaardigheid. Dan wordt er weer gewenkt, we moeten dichterbij. Daar waar alle vrouwen van het gezelschap een hoofddoek om het hoofd hebben gedrapeerd, die niet van plek verschuift, zitten wij voortdurend te plukken aan de sjaal die steeds afglijd. We voelen ons als reuzen tussen deze mooie mensen.
We hadden graag willen blijven maar we moeten door dus heeft Rini toestemming gevraagd om weg te mogen gaan. We bieden onze excuses aan vanwege ons abrupte vertrek, groeten nog eenmaal en lopen dan stilletjes maar snel richting de uitgang. Wat een leuke ervaring. We zijn er allemaal vol van en heeft heel erg mooie plaatjes opgeleverd.
We gaan nu naar het paleis van de sultan. Het is meer een commercieel museum waar je net als in Volendam op de foto kan in klederdracht. Dat laatste laten we over aan de lokale bevolking die vervolgens graag voor ons poseren.
We rijden Medan uit op weg naar het Tobameer vanwaar we met de boot overvaren naar het Samosireiland.
We stoppen bij een bedrijfje wat vliegende honden verkoopt, voor in de soep. Er is een vliegende hond die als huisdier wordt behandeld en die mogen we even vasthouden. Hoe is het toch mogelijk dat die beestjes met die lieve hondenkopjes toch altijd op de kop hangen en ook zo eten. Een enkele trilt van de kou, het is toch al 30 graden, terwijl bij ons de beleving is dat vleermuizen in donkere grotten wonen. Nou deze houden van het zonnetje. Met hun cape om zich heen geslagen hangen ze in het zonnetje.
We laten de vliegende honden zonnebaden en rijden door genietend van de prachtige natuur van Sumatra.
De volgende stop is een lokale markt. En dan blijkt weer dat het toerisme op Sumatra in de kinderschoenen staat. Van alle kanten komen er kinderen aangerend en willen handjes geven en roepen ons toe. Het is hier gezellig. Ook de marktlieden genieten van onze komst en lachen ons toe en wil op de foto. Wat een leuke markt is dit. Als we aan een groep kinderen vragen of we een foto mogen maken poseren ze als ware het echte fotomodellen.
We scharrelen over de modderige markt en verbazen ons over de verschillende soorten groente en fruit. Maar ook noten en zaden. Wat een rijke natuur heeft dit eiland. We zijn allemaal erg enthousiast over de vrolijkheid, gezelligheid en vriendelijkheid op deze markt.
De breed lachende kinderen laten we achter op de markt en we rijden verder richting het Tobameer en brengen een bezoek aan het Batakdorp Karo Lingga met haar bijzondere model huizen. We bekijken het dorpje en wat op valt is dat de weg van aangestampte aarde is en dat daar geen steen aan te pas komt. De kindertjes lopen op blote voeten, de mannen zitten in het lokale cafe en de vrouwen zijn bezig rondom hun huizen. We besluiten de kinderen een ballon te geven. Hoewel we bij elk huis wel kinderen zagen spelen geven aan twee kinderen een ballon. Dan is de beer los, van alle kanten komen kinderen aangerend en steken de handen in de lucht om ook een ballon te kunnen bemachtigen. Sommigen verdenk ik er van dat ze er met meerdere ballonnen vandoor gingen. Als we vertelden dat ze toch zeker al een ballon hadden, werd het meest onschuldige gezicht op gezet. Aan de zakken geplukt om te laten zien dat ze echt niets hadden om dan vervolgens met een nieuw verkregen ballon hard lachend weg te rennen. Stinkerdjes, dat zijn het, maar wel leuk en wat zou jij doen.
We komen steeds dichter in de buurt van het Tobameer en de bergen worden hoger. We slingeren door de bergen totdat we aankomen bij de Sipiso waterval. Van hieruit is er een prachtig uitzicht over het Tobameer. We lopen er wat rond, schieten wat plaatjes en kunnen na het strekken van de benen weer verder rijden. De bus heeft geen ruimte om de draai naar de uitgang te maken. Hoewel Ivan alle probeert om de bus weg te krijgen blijkt het niet te lukken. Uiteindelijk besluit hij om in zijn achteruit de berg op terug te gaan. Hij is een kunstenaar. Er wordt voor hem geklapt en vanaf de zijkant zien we op zijn gezicht een glimlach van trots verschijnen.
De op een na laatste stop is het dorp Penatatang Purba waar Batak koning Simakingun te scepter zwaaide. We mogen zijn woonhuis bekijken waar hij met zijn harem van twaalf vrouwen woonde. Hij had in het huis een eigen slaapkamer van waaruit hij via een raampje de vrouw voor die nacht kon uitkiezen. Er werd van uit de groep de opmerking gemaakt dat het meer weg had van een peeskamertje. Mensen sliepen op de houten vloer of op een mat. Van comfort was geen sprake.
We rijden nu naar Parapat, een badplaats aan het Tobameer. Het begint donker te worden en het lijkt er op of dat het gaat regenen. We volgen de weg door de bergen langs het Tobameer om daar aan te komen als het is begonnen met regenen. De boot ligt al op ons te wachten. Onze koffers worden in de boot gezet, we mogen niets doen en we gaan aan boord. Inmiddels is het gestopt met zacht regenen en het waait op het water behoorlijk. We moeten een uur varen en trekken warme kleren aan en duiken onder een meegenomen fleecedeken. Als we bij de aanmeerplek aankomen van het Tuktuk hotel, Toledo, zie we, ondanks dat het donker is, dat dit een soort van oase op aarde is. We zijn benieuwd naar het uitzicht.
We worden naar onze kamers gebracht, groot, zonder bovenramen want die zijn vervangen door gaas. Snel opfrissen en dan gaan we met elkaar naar het enige restaurantje in het dorp. We eten hier heerlijk in een restaurant annex woonkamer van de eigenaar en het lijkt ons heerlijk om hier vroeg in de ochtend, zitten in een dorpsstraatje een kopje koffie te drinken.
Op de terugweg naar het hotel kopen we kaarten, postzegels kunnen we in het hotel kopen, aldus de verkoopster, de slimmerik. Het hotel heeft helemaal geen postzegels.
We rollen ook vandaag weer ons mandje in en slapen als een blok.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley